Pubers
Pubers wordt toegedicht dat ze onder invloed van hormonen moeilijk gedrag vertonen. Ze komen in opstand tegen de opvoeders en worden vaak als onhandelbaar beschouwd.
Dit gedrag heeft niet zozeer met hormonen te maken als wel met Het Denken.
Pubers bestaan dankzij Het Denken.
Als dieren geslachtsrijp zijn verlaten ze uit zichzelf het nest of ze worden eruit gejaagd.
Pubers mogen het nest niet verlaten, al zegt Het Instinct hun dat het vertrek aanstaande is. Pubers moeten net als in de voorgaande jaren hun natuur onderdrukken, maar nu wordt er nog meer van hen verwacht; de maatschappij met haar beschaving laat zich in deze leeftijd meer en meer gelden. Het wordt de pubers steeds duidelijker dat ze zich moeten gedragen volgens de regels van de beschaving en dat ze zich dienen aan te passen aan diverse groepsnormen.
Het moeten voldoen aan gedwongen of opgedrongen regels vooral in de pubertijd schept verzet en verwarring.
De oproep door de maatschappij aan pubers om vooral zichzelf te blijven betekent dat ze vooral niet zichzelf moeten zijn. Het is de bedoeling dat ze luisteren naar wat Het Denken vindt. Niet het leven hier en nu wordt gewaardeerd maar het opbouwen van een toekomst door doelen te stellen en dromen waar te maken.
Als de jongere datgene wat er van hem geëist wordt niet meer begrijpt, lijken zijn enige redmiddelen nog te zijn: gevoelens onderdrukken door boven zichzelf uit te schreeuwen, door stoer te doen of juist door depressief te worden, zichzelf te verwonden, uit te hongeren of door zelfdoding.
De geboren denker zal geen problemen ondervinden met zich thuis te voelen in de wereld van Het Denken. Het 'meer is beter' past hem als een gegoten jas. De van oorsprong natuurlijke puber die besmet is met Het Denken raakt in deze fase nog verwarder en depressiever dan daarvoor. Alcohol, drugs, zogenaamd onacceptabel gedrag zijn vaak de gevolgen.
De belangrijkste boodschap die pubers uit hun omgeving krijgen is niet ‘wees echt jezelf’, maar ‘wees belangrijk, presteer, laat niet over je heen lopen, laat je emoties niet gaan, wees assertief, denk vooral aan de toekomst en maak je dromen waar’.
Het merendeel van de jongeren heeft dezelfde droom, namelijk net zo beroemd en rijk worden als hun idolen. Ze hebben in hun ogen gefaald als dat niet lukt. Als dat je grootste droom was maar het ontbreekt de jongere aan talent hoe onwaar is dan de oproep ‘maak je dromen waar.’
‘Je moet je doelen bijstellen en dit is niet voor iedereen weggelegd’ wordt er dan met bestraffende logica gezegd. De bijgestelde droom is echter een tweederangs droom en de vraag blijft of die dan wel haalbaar is.
De tendens waarin geroepen wordt ‘je moet je dromen waarmaken’ brengt geen geluk maar eerder depressiviteit.
De enige en ultieme droom die de jongere had heeft hij door gebrek aan talent niet kunnen waarmaken.
Pubers hebben geen kans om zichzelf te zijn, want dan worden ze als onhandelbaar bestempeld, hun verzet wordt niet begrepen. Ze zijn leerplichtig, ze moeten worden klaargestoomd voor de toekomst zodat welvaart binnen handbereik ligt.
Hun 'talenten', voornamelijk voortkomend uit Het Denken, moeten worden geschoold, geperfectioneerd en bijgeslepen tot een goed verkoopbaar product.
Spontane creativiteit wordt doorgaans in de kiem gesmoord; het moet een unieke kunstuiting worden. Kunst, beoordeeld en gewaardeerd door arrogante kunstkenners die hun sporen hebben verdiend in de wedijver om wie de origineelste is.
Pubers zouden geen pubers zijn als Het Denken er niet zou zijn. Het zouden blije en tevreden mensen zijn die uiting geven aan het leven zelf. Creatief zonder origineel te hoeven zijn en zonder een cijfer of een prijs te krijgen voor wat er gemaakt is.
Als Het Denken ophoudt te bestaan is iedereen even belangrijk en heeft iedereen een plaats in de samenleving, een plaats die instinctief kenbaar wordt.
Uit Het Denken een afwijking. (geschreven in 2009)